In zijn boek Mantrārtha-dīpikā beschrijft Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura een zeer opmerkelijke gebeurtenis. Tijdens het lezen van het Śrī Caitanya-caritāmṛta stuitte hij eens op het hieronder aangehaalde vers (Madhya-līlā 21.125), dat de betekenis van de kāma-gāyatrī-mantra aangeeft.

kāma-gāyatrī-mantra rūpa, haya kṛṣṇera svarūpa,
sārdha-cabbiśa akṣara tāra haya
se akṣara candra haya kṛṣṇe kari’ udaya
trijagat kaila kāmamaya

De kāma-gāyatrī-mantra is identiek aan Śrī Kṛṣṇa. Deze koning der mantra’s bevat vierentwintig-en-een-halve lettergreep en iedere lettergreep is een volle maan. Dit geheel van manen is de oorzaak van het opkomen van de maan van Śrī Kṛṣṇa en het vollopen van de drie werelden met goddelijke liefde, prema.

Dit vers legt getuigenis af van het feit dat de kāma-gāyatrī-mantra is samengesteld uit vierentwintig-en-een-halve lettergreep. Maar hoe Śrī Viśvanātha Cakravartī er ook over nadacht, hij kon niet vaststellen welke lettergreep van de kāma-gāyatrī-mantra als halve lettergreep werd beschouwd. Ook al onderwierp hij grammatica’s, de Purāṇa’s, het Tantra, de śāstra’s betreffende toneel (nāṭya) en retorica (alaṅkāra) alsook andere geschriften aan een zorgvuldige bestudering, nergens vond hij iets geschreven over een halve lettergreep. In al deze śāstra’s vond hij slechts de klinkers en medeklinkers vermeld die de vijftig letters van het alfabet vormen. Nergens vond hij iets over een halve lettergreep.
In het Śrī Harināmāmṛta-vyākaraṇa, het grammaticaal systeem van Śrī Jīva Gosvāmī, vond hij in het hoofdstuk over de namen van de verschillende groepen klinkers en medeklinkers (saṁjñāpāda) slechts vijftig letters vermeld. Het Mātṛkānyāsa en andere boeken navorsend over de letter-arrangementen (mātṛkā) vond hij nergens een halve lettergreep vermeld. In het Rādhikā-sahasra-nāma-stotra in het Bṛhan-nāradīya Purāṇa wordt als een van de namen van Śrīmatī Rādhikā, de godin van van Vṛndāvana, de naam Pañcāśadvarṇa-rūpiṇī gegeven (Zij wier vorm uit vijftig lettergrepen bestaat).
Dat vergrootte zijn twijfel slechts. Hij begon te overwegen of Kavirāja Gosvāmī bij het schrijven misschien een fout had gemaakt. Maar het was gewoon onmogelijk dat hij ook maar één fout had kunnen maken. Hij was alwetend en volkomen verstoken van materiële gebreken als fouten maken, door illusie bevangen raken enzovoort. Als hij de fragmentarische letter “t” (de eindletter van de kāma-gāyatrī-mantra) als halve lettergreep had opgevat, zou Kṛṣṇadāsa Kavirāja Gosvāmī de fout hebben gemaakt van het aanhouden van een verkeerde volgorde, want in het Śrī Caitanya-caritāmṛta geeft hij de volgende beschrijving (Madhya-līlā 21.126–8):

sakhi he! kṛṣṇa-mukha-dvija-rāja-rāja
kṛṣṇa-vapu siṁhāsane, vasi’ rājya-śāsane
kare saṅge candrera samāja
dui gaṇḍa sucikkaṇa, jini’ maṇi-sudarpaṇa,
sei dui pūrṇa-candra jāni
lalāṭe aṣṭamī-indu, tāhāte candana-bindu,
sei eka pūrṇa-candra māni
kara nakha cāndera hāṭa, vaṁśī upara kare nāṭa
tāra gīta muralīra tāna
pada nakha candra-gaṇa, tale kare sunartana
nūpurera dhvani yāra gāna

In deze regels beschrijft Śrī Kṛṣṇadāsa Kavirāja Gosvāmī Śrī Kṛṣna’s gezicht als de eerste volle maan. Zijn twee wangen worden ook beide als volle maan beschouwd. De sandelzalf-stip bovenop zijn voorhoofd wordt als de vierde volle maan beschouwd en het voorhoofdsgedeelte onder de sandelzalf-stip is de aṣṭamī-maan of met andere woorden een halvemaan. Volgens deze beschrijving is de vijfde lettergreep een halve lettergreep. Als de gefragmenteerde “t”, de laatste letter van de mantra, als halve lettergeep opgevat wordt, zou de vijfde lettergreep geen halve kunnen zijn.
Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura voelde zich voor een dilemma geplaatst omdat hij de halve lettergreep niet kon aanwijzen. Hij bedacht dat indien de lettergrepen van de mantra zich niet zouden openbaren, het ook niet mogelijk was dat de vererenswaardige godheid van de mantra zich openbaarde. Aangezien hij dus geen gehoor zou kunnen vinden bij de vererenswaardige godheid van de mantra, zo concludeerde hij, zou hij beter kunnen sterven. Zo denkend begaf hij zich in de avond naar de oever van Rādhā-kuṇḍa met de bedoeling daar zijn lichaam prijs te geven.
Toen hij aan het einde van de twee periode (prahara) van de nacht begon weg te dommelen verscheen opeens Śrī Vṛṣabhānu-nandinī, Śrīmatī Rādhikā, aan hem. Zeer liefdevol zei Ze: “O Viśvanātha! O Hari-vallabha! Treur toch niet! Alles wat Kṛṣṇadāsa Kavirāja geschreven heeft is de absolute waarheid. Door Mijn genade kent hij alle diepste gevoelens van Mijn hart. Blijf niet aan zijn uitspraken twijfelen. De kāma-gāyatrī is een mantra ter verering van Mij en Mijn teerbeminde (prāṇa-vallabha). In de lettergrepen van deze mantra worden Wij aan de toegewijde geopenbaard. Zonder Mijn genade kan niemand Ons kennen. De halve lettergreep staat beschreven in het boek Varṇāgama-bhāsvat. Nadat hij dat boek geraadpleegd had, stelde Śrī Kṛṣṇadāsa Kavirāja de feitelijke identiteit van de kāma-gāyatrī vast. U moet het bestuderen en vervolgens ter wille van de getrouwen de betekenis bekendmaken.”
Toen hij dit onderricht vernomen had van Vṛṣabhānu-nandinī Śrīmatī Rādhikā Zelf, kwam Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura plotseling overeind. Terwijl hij “O Rādhe! O Rādhe!” riep, begon hij hevig te jammeren en te wenen. Toen hij daarna zijn zelfbeheersing terugkreeg, maakte hij zich op om Haar opdracht uit te voeren.
Volgens de aanwijzing van Śrīmatī Rādhikā met betrekking tot de vaststelling van de halve lettergreep, wordt de lettergreep vi, in de mantra voorafgegaan door de lettergreep ya, als halve lettergreep gezien. Op deze na zijn alle andere lettergrepen volle lettergrepen of volle manen.
Door de genade van Śrīmatī Rādhikā raakte Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura bekend met de betekenis van de mantra. Hij ontving direct gehoor van zijn vererenswaardige godheid en in zijn innerlijk, vervolmaakt geestelijk lichaam (siddha-deha) kon hij als eeuwige metgezel van de Heer deelnemen aan Zijn eeuwig spel en vermaak.

Bron: Śrī Bhakti-rasāmṛta-sindhu-bindu, 2e editie
Vertaling: door de leerlingen van Śrīla Prabhupāda en Śrīla Bhaktivedānta Nārāyaṇa Mahārāja
Compositie: Dāmodara dāsa

error: Content is protected !!