Sādhu-mārgānusāraḥ
De weg der sādhu’s volgen
De methode waardoor de geest op de lotusvoeten van Kṛṣṇa gericht kan worden kan sādhana-bhakti worden genoemd. Maar men dient precies hetzelfde pad te volgen waarlangs de voorgaande mahājana’s de Heer bereikten. De reden hiervoor ligt in de omstandigheid dat het pad dat reeds door de mahājana’s aangegeven is vrij is van alle ellende en moeite, en het is de oorzaak van alle voorspoed.
sa mṛgyaḥ śreyasāṁ hetuḥ panthāḥ sastāpa-varjitaḥ
anavāpta-śramaṁ pūrve yena santaḥ pratasthire
Bhakti-rasāmṛta-sindhu (1.2.100), uit het Skanda Purāṇa
Geen enkel pad kan door één persoon goed worden vastgelegd. Alle voorgaande mahājana’s die elkaar zijn opgevolgd hebben het bhakti-yoga-pad duidelijk en zuiver en vrij van belemmeringen gemaakt. Ze hebben alle kleine obstakels en verwarringen op het pad verwijderd en het heel makkelijk en vrij van vrees gemaakt. Daarom moeten we ons laten leiden langs het specifieke pad dat zij hebben aangelegd. Zelfs al is iemand verbonden in aikāntikī-bhakti (volkomen toewijding) aan Heer Hari, dan kan zijn bhakti, indien hij de regels van de śāstra’s zoals Śruti, Smṛti, Purāṇa’s of het Pañcarātra overschrijdt, nooit een heilzaam resultaat opleveren. Zijn bhakti loopt gewoonweg veeleer uit op een ramp.
śruti-smṛti-purāṇādi
pañcarātra-vidhiṁ vinā
aikāntikī harer bhaktir
utpātāyaiva kalpate
Bhakti-rasāmṛta-sindhu (1.2.101), uit het Brahma-yāmala
Men kan zich afvragen hoe aikāntikī-bhakti tot Heer Hari ooit op een ramp kan uitlopen. In antwoord hierop wordt gezegd dat men de exclusieve of éénpuntige gerichtheid (aikāntika-bhāva) van śuddha-bhakti alleen ontvangen kan door zich te laten leiden langs het pad van de voorgaande mahājana’s. Als men het pad van de voorgaande mahājana’s verlaat en een ander pad ontwerpt, zal men geen éénpuntig gerichte toewijding verkrijgen. Daardoor hebben Dattātreya, Buddha en andere recente leraren, die niet konden bevatten wat śuddha-bhakti is, in plaats daarvan louter een afspiegeling van śuddha-bhakti aanvaard en aldus wegen gepropageerd vermengd met māyāvāda en atheïsme. Er wordt aan deze paden weliswaar een bepaald aspect van aikāntikī-hari-bhakti toegedacht, maar in feite zijn de door deze personen geïntroduceerde paden geen hari-bhakti – ze vormen slechts verwarring (utpāta).
Voor hen die in hun bhajana de rāga-mārga volgen bestaat geen afhankelijkheid van de regels van de Śruti, Smṛti, Purāṇa’s en het Pañcarātra. Hun bhajana is slechts afhankelijk van het volgen van de eeuwige metgezellen van de Heer in Vraja. Maar voor sādhaka’s die de geschiktheid voor de vidhi-mārga hebben is het essentieel dat ze zich louter laten leiden langs het pad bepaald door Dhruva, Prahlāda, Nārada, Vyāsa, Śuka en andere mahājana’s. Het is in het bijzonder heilzaam het pad te volgen gewezen door Śrī Rūpa, Sanātana, Raghunātha dāsa Gosvāmī en andere metgezellen van Śrī Śacīnandana Gaurahari, die de redder van de gevallen zielen van de Kali-era is en die verlucht is met de emotie en de huidskleur van Śrī Rādhā. Men dient tevens de na hen gekomen mahājana’s in hun lijn te volgen. Voor vaidha-bhakta’s bestaat er dus geen andere methode dan het pad der sādhu’s te volgen.
Bron: Śrī Bhakti-rasāmṛta-sindhu-bindu, 2e editie
Vertaling: door de leerlingen van Śrīla Prabhupāda en Śrīla Bhaktivedānta Nārāyaṇa Mahārāja
Compositie: Dāmodara dāsa