De aantrekkelijkheid en grootheid van bhagavata-paramparā

Tegenwoordig blijft men twijfel zaaien over śrī guru-paramparā in de Gauḍīya Vaiṣṇava Sampradāya. Sommigen geloven dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa in de Madhva Sampradāya geïnitieerd was en dat hij eigenlijk geen Gauḍīya Vaiṣṇava was. Ze stellen dat alhoewel hij de omgang van Gauḍīya Vaiṣṇava’s had, de invloed van de Madhva Sampradāya zo sterk was, dat hij op eigenzinnige wijze Śrī Caitanya Mahāprabhu en Zijn Gauḍīya Vaiṣṇava Sampradāya als deel van de Madhva Sampradāya in zijn teksten vermeld heeft. Ze beweren dat er geen redelijke rechtvaardiging voor wordt geboden en dat Śrī Baladeva Vidyabhūsṣaṇa daarom niet aanvaard kan worden als een ācārya van de Gauḍīya Vaiṣṇava Sampradāya.
Een andere groep onwetenden zegt dat Jagadguru Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Prabhupāda een compleet nieuwe concept gecreëerd heeft welke hij de bhagavata-paramparā noemde. Volgens hen heeft hij in deze zogenaamde nieuwe leer van bhagavata-paramparā uitgelegd dat Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura een leerling is van Vaiṣṇava Sarvabhauma Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja, en dat Śrī Gaura Kiśora dāsa Bābājī Mahārāja een leerling is van Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura. Sommige sahajiyā Vaiṣṇava’s twijfelen aan de echtheid van de guru-paramparā van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī omdat hij de verzakende orde (sannyāsa) van zichzelf heeft aanvaard. Mijn Paramārādhya Śrīla Gurudeva heeft al deze beweringen met krachtige logica en harde bewijzen uit de geschriften weerlegd en in dit artikel presenteert hij zijn analyses op het onderwerp.
De leerlingen en klein leerlingen van Śrīla Bhaktisiddhānta Sarasvati Prabhupāda verkondigen momenteel Śrī Caitanya Mahāprabhu’s śuddha-kṛṣṇa-bhakti en śrī harināma over de gehele wereld. Omdat ze wereldwijd op grote schaal gepredikt hebben wordt het geluid van de heilige naam door de straten en lanen van alle prominente steden en zelfs in gemeenten en dorpen weergalmd en gaan jonge mannen en vrouwen met enthousiasme zich toeleggen op de cultivatie van śuddha-bhakti. Ze ontmoeten Vaiṣṇava’s uit India, doen harināma-saṅkīrtana en verkondigen śuddha-bhakti samen met hun. Enkele onwetenden, zogenaamde Vaiṣṇava’s van de sahajiyā gemeenschap zijn hierdoor geïrriteerd en trachten gewone mensen te misleiden door onjuiste beweringen tegenover de Sārasvata Gauḍīya Vaiṣṇava lijn te uiten. Śrīla Gurudeva heeft de rationele en perfecte conclusie aangaande dit onderwerp in zijn eigen verhandeling onder de titel ‘Gauḍīyā Vedāntācārya Śrī Baladeva’ vermeld. Hier volgen een aantal fragmenten uit dit essay.

De guru-paramparā van de commentator
Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa

De historische waarheid aangaande de guru-paramparā van de commentator Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa is als volgt. Als eerste verkreeg hij specifieke expertise in de bhakti-śāstra onder de leiding van Virakta-Śiromani (het kroonjuweel onder onthechte sādhu’s) Pitambara dāsa. Daarna aanvaardde hij pañcarātrika-dīkṣa van een Vaiṣṇava, Śrī Rādhā-Dāmodara dāsa, die verschenen was in een dynastie van brāhmaṅa’s in Kanyakubja. Rādhā-Dāmodara dāsa die de kleinzoon was van Rasikānanda Murari, aanvaardde dīkṣa van een andere Kanya-kubjiya brāhmaṅa, Śrī Nayanānandadeva Gosvāmī.
Rasikānanda Prabhu, een leerling van Śrī Śyāmānanda Prabhu, is de vierde guru voor de commentator Baladeva Vidyabhūṣaṇa in de pañcarātrika-guru-paramparā en zijn zoon was de hiervoor vermelde Nayanānandadeva Gosvāmī. De guru van Śrī Syāmananda was Śrī Hṛdaya Caitanya wiens guru Gauridāsa Paṇḍita was, aan wie Śrīman Nityānanda Prabhu zijn genade had geschonken. Hoewel Śyāmānanda Prabhu een leerling van Ācārya Hṛdaya Caitanya was, aanvaardde hij later het leerlingschap bij Śrī Jīva Gosvāmī. Śrī Jīva Gosvāmī was een leerling van Śrī Rūpa Gosvāmī, die een leerling was van Śrī Sanātana Gosvāmī en Śrī Sanātana Gosvāmī was een volgeling en metgezel van Śrīman Mahāprabhu.

De śiṣya-paramparā van
Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa

We hebben een uitleg gegeven van de pañcarātrika-paramparā van Śrīman Mahāprabhu tot aan Śrī Baladeva Vidyabhūṣaṇa. Nu zullen we een uitleg geven van zijn śiṣya-paramparā. Śrī Uddhara dāsa, die op sommige plaatsen Uddhava dāsa genoemd wordt, was een leerling van de commentator. Sommigen denken dat het gaat om twee personen maar in elk geval had Uddhava dāsa een leerling die Śrī Madhusūdana dāsa heette. Jagannātha dāsa Bābājī was een leerling van deze zelfde Śrī Madhusūdana dāsa. Voorheen, als Vaiṣṇava Sarvabhauma ofwel vooraanstaand leider van de Vaiṣṇava gemeenschap in Mathurā-maṇḍala, Kṣetra-maṇḍala en Gauḍa-maṇḍala stond hij bekend als Siddha Jagannātha dāsa. Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura aanvaardde deze zelfde Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja als zijn bhajana-śikṣā-guru via het bhāgavata-paramparā systeem. Het was onder de begeleiding van Vaiṣṇava Sarvabhauma Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja dat Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura de geboorteplaats van Śrīman Mahāprabhu in Śrīdhama Māyāpura ontdekt heeft. Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura was de śikṣā-guru of bhajana-guru van Śrīla Gaura Kiśora dāsa Bābājī Mahārāja. Śrīla Gaura Kiśora dāsa Bābājī Mahārāja aanvaardde mijn Gurupādapadma Oṁ Viṣṇupada Aṣṭottaraśata Śrī Śrīmad Bhaktisiddhāta Sarasvatī Prabhupāda als zijn eigen leerling en gaf hem dīkṣā-mantra’s en zo voort. Wie deze paramparā afwijst wordt tot één van de dertien soorten apasampradāya’s gerekend die Śrī Totarama Bābājī Mahārāja schriftelijk vermeldt. Ook zou hij gezien worden als de stichter van een viertiende apasampradāya.
Uit de eerdergenoemde guru-paramparā kunnen we gemakkelijk begrijpen dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa een volgeling van Śrīman Mahāprabhu binnen de geestelijke erflijn (parivāra) van Śrī Śyāmānanda Prabhu is. Ācārya Śrī Śyāmānanda aanvaardde de begeleiding van Śrī Jīva Gosvāmī en omdat Śrī Jīva Gosvāmī een exclusieve rūpānuga (volgeling van Śrī Rūpa Gosvāmī) is, betekent dit dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa ook een rūpānuga Vaiṣṇava is. Er zijn sommigen die aanvaarden dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa in de lijn van Śrī Śyāmānanda is en toch ontkennen dat hij een rūpānuga Vaiṣṇava is of dat hij gekwalificeerd is voor de hoogst dienende gemoedsgesteldheid van unnata-ujjvala-rasa. Deze personen zijn zeker misleide overtreders. Alhoewel Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa geïnitieerd was in pañcarātrika-dīkṣā door Śrī Rādhā-Dāmodara dāsa, aanvaardde hij ook sikṣā in het Śrīmad-Bhāgavatam en de geschriften van de Gosvāmī’s.

Pañcarātrika-paramparā maakt deel uit
van de bhāgavata-paramparā

Het systeem van bhāgavata-paramparā welke superieur is aan die van pañcarātrika-paramparā is gebaseerd op de gradatie van bekwaamheid in bhajana (bhajana-niṣṭha). De aantrekkelijkheid en grootheid van bhāgavata-paramparā is dat pañcarātrika-paramparā erin opgenomen is. De bhāgavata-paramparā is niet onderhevig aan de materiële tijd. Vanuit het perspectief van śuddha-bhakti maken de leerstellingen van pañcarātrika en dat van bhāgavata-paramparā duidelijk dat ze beiden tot hetzelfde doel leiden. In Caitanya-caritāmṛta staat, pañcarātra bhāgavate ei lakṣana kaya (Caitanya-caritāmṛta Madhya 19. 169). “Deze symptomen worden in de Vedische literatuur zoals de paṇcarātra’s en het Śrīmad-Bhāgavatam beschreven.” De prakrta-sahajiyā sampradāya beweren volgelingen van Rūpa Gosvāmī te zijn maar blijven overtredingen begaan jegens de lotusvoeten van Śrī Jīva Gosvāmī. Evenzo zeggen de jati-gosvāmī’s en degenen die hun overblijfselen aanvaarden zoals diverse leden van de sahajiyā, kartābhajā en bhajanākhājā sampradāya’s nu met trots dat ze volgelingen van Cakravartī Ṭhākura zijn, maar stellen de commentator Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa in een kwaad daglicht. Op deze manier worden ze meer haatdragend en bewandelen ze de weg naar de hel.
Hieronder is een diagram van de pañcarātrika-guru-paramparā en de bhāgavata-paramparā. Het zal de lezers in staat stellen om op de juiste manier de bijzonderheid van śrī bhāgavata-paramparā te waarderen en ook te begrijpen hoe pañcarātrika-guru-paramparā deel uitmaakt van de bhāgavata-paramparā. Met behulp van het diagram zullen we onderaan en op de volgende bladzijde een opsomming geven van de pañcarātrika-guru-paramparā en bhāgavata-guru-paramparā van Śrī Syāmānanda Prabhu, Śrī Narottama dāsa Ṭhākura, Śrī Raghunātha dāsa Gosvāmī, Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa, Śrīla Bhaktivinoda Ṭhakura, Śrīla Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura en andere Vaiṣṇava ācārya’s.
Śrī Syāmānanda Prabhu: In de pañcarātrika-guru-paramparā is Gauridāsa Paṇḍita de leerling van Śrī Nityānanda Prabhu, en zijn leerling Hṛdaya Caitanya is de dīkṣā-guru van Śrī Syāmānanda Prabhu. In bhāgavata-paramparā is Śrī Sanātana Gosvāmī de leerling van Śrī Caitanya Mahāprabhu. De leerling van Śrī Sanātana Gosvāmī is Śrī Rūpa Gosvāmī en Śrī Jīva Gosvāmī is de leerling van Rūpa. Śrī Syāmānanda Prabhu is de śikṣā leerling van deze zelfde Śrī Jīva Gosvāmī. Het is geen grootspraak te zeggen, dat Śrī Jīva Gosvāmī superieur was aan Śrī Hṛdaya Caitanya in tattva, rasa en bhajana en natuurlijk ook in alle andere opzichten. Om deze reden stuurde Śrī Hṛdaya Caitanya Śrī Syāmānanda Prabhu naar Śrī Jīva Gosvāmī voor gevorderde instructies aangaande de beoefening van bhajana en Śrī Syāmānanda Prabhu aanvaardde de anugatya (begeleiding) van Śrī Jīva Gosvāmī. Een serieuze vraag dat onze overweging verdient is deze: Welke is meer superieur, pañcarātrika-guru-paramparā of bhāgavata-paramparā?
Śrī Narottama Ṭhākura: Volgens de pañcarātrika-guru-paramparā is Śrī Lokanātha dāsa Gosvāmī de guru van Śrī Narottama Ṭhākura. Maar nergens wordt de pañcarātrika-dīkṣā-guru van Śrī Lokanātha dāsa Gosvāmī vermeld. Teksten zoals Śrī Gauḍīya vaiṣṇava abhidhana vermelden dat Śrī Kṛṣṇa Caitanya Mahāprabhu de guru is van Śrī Lokanātha dāsa Gosvāmī, maar het is algemeen bekend dat Śrīman Mahāprabhu geen eigen leerling volgens de pañcarātrika-praṇālī (methode) aanvaardde. Dit houdt in dat als Śrīman Mahāprabhu werkelijk de guru van Śrī Lokanātha dāsa Gosvāmī is, het alleen maar op basis van bhāgavata-paramparā is. Naast het feit dat Śrī Narottama Ṭhākura de pañcarātrika leerling is van Śrī Lokanātha dāsa Gosvāmī, is hij ook de leerling van Śrī Jīva Gosvāmī in bhāgavata-paramparā. Het was in de anugatya van Śrī Jīva Gosvāmī dat Śrī Narottama Ṭhākura ondergedompeld raakte in bhajana-śikṣā.
Śrī Raghunātha dāsa Gosvāmī: In pañcarātrika-guru-paramparā is Śrī Raghunātha dāsa Gosvāmī een leerling van Śrī Yadunandana Ācārya, die zich bevindt in de pañcarātrika-sākhā (tak) van Śrī Advaita Ācārya. Maar, als we het leven van Śrī Raghunātha dāsa Gosvāmī heel diep vanuit een ander gezichtspunt in ogenschouw nemen, vinden we de sterke en onuitwisbare invloed van de bhajana-śikṣā van Śrī Svarupa Dāmodara en Śrī Rūpa Gosvāmī die zijn guru’s zijn in bhāgavata-paramparā. Ook hier als we pañcarātrika-guru-paramparā vergelijken met bhāgavata-paramparā, stellen we vast dat de superioriteit van bhagavata-paramparā schittert als de zon die volop aanwezig is.
Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa: Volgens pañcarātrika-guru-paramparā is Śrī Baladeva Vidyābhūṣṇa een pañcarātrika leerling van Śrī Rādhā-Dāmodara in de paramparā van Śrī Śyāmānanda Prabhu. Tegelijkertijd is hij in bhāgavata-paramparā een leerling van Śrīla Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura met wie hij het Śrīmad-Bhāgavatam en de diverse literatuur van de Gosvāmī’s gestudeerd heeft en hoger onderricht in bhajana ontvangen heeft. De begeleiding die Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa in zijn leven van Śrī Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura ontving is alom bekend. Onder zijn begeleiding versloeg hij de Śrī Vaiṣṇava’s in het koninklijk hof van Galtā en werd de dienst en verering van Śrī Śrī Rādhā-Govindajī voortgezet. Het was na het verkrijgen van de genade van Śrī Govindadeva, de eerbiedwaardige beeldgedaante van Śrī Rūpa Gosvāmī, dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa Śrī Govinda-bhāsya gecomponeerd heeft. Het is evident dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa een rūpanuga Vaiṣṇava is omdat hij onder leiding van Śrī Viśvanātha Cakravartī Ṭhākura staat, die zelf zeker een rupānuga Vaiṣṇava is. Bovendien is het ook bekend dat Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa de genade van Śrī Govindajī, het dierbaarste van Śrī Rūpa Gosvāmi, heeft ontvangen en ervoor gezorgd heeft dat Zijn dienst werd hervat. En ook vanuit dit oogpunt, aangezien hij de genade van Śrī Rūpa Gosvāmī en zijn āradhyadeva Śrī Govindajī heeft ontvangen, moet het toch duidelijk zijn dat hij een rūpānuga Vaiṣṇava is?
Śrī Bhaktivinoda Ṭhākura: Volgens de pañcarātrika-guru-paramparā is Śrī Vipina Bihārī Gosvāmī, die zich bevindt in de pañcarātrika-guru-paramparā van Śrī Jāhnavā Ṭhākurānī, de dīkṣā-guru van Śrī Bhaktivinoda Ṭhākura. Maar uit een ander oogpunt kan niemand ontkennen dat de ānugatya (begeleiding) van Śrī Jagannātha dāsa Bābājī op het leven van Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura een stempel heeft gedrukt. Vaiṣṇava Sarvabhauma Śrīla Jagannātha Mahārāja is een leerling van de beroemde Madhusūdana dāsa Bābājī Mahārāja in de paramparā van Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa. Het hoeft geen betoog dat Vaiṣṇava Sarvabhauma Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja superieur is aan Śrī Vipina Gosvāmī in tattva-jñāna, bhajana enz.
Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura: Volgens pañcarātrika-guru-paramparā is Śrī Gaura Kiśora dāsa Bābājī Mahārāja, die zich bevindt in de pañcarātrika-guru-paramparā van Śrī Jāhnavā Ṭhākurānī, de dīkṣā-guru van Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura. Śrīla Bābājī Mahārāja aanvaardde het kledij van een wereldverzaker (veśa) van een leerling van Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja die Śrī Bhāgavata dāsa Bābājī Mahārāja heette. Dus via de bhāgavata-paramparā is Śrī Gaura Kiśora dāsa Bābājī Mahārāja in de tak van Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja. Volgens deze analyse is Śrīla Sarasvatī Ṭhākura via de pañcarātrika-paramparā in de paramparā van Śrī Jāhnavā Ṭhākurānī, en in bhāgavata-paramparā is hij verbonden met Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja.
Het leven van Śrīla Sarasvatī Prabhupāda getuigt duidelijk dat de beoefeningen, leefregels en bhajana-praṇālī van Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura zijn ziel en zaligheid waren, en dat de vervulling van de verlangens van de Ṭhākura het enige doel is waarnaar hij streefde. Dus zijn guru in bhāgavata-paramparā was Śrī Bhaktivinoda Ṭhākura, wiens guru Śrīla Jagannātha dāsa Bābājī Mahārāja was. Daarom is het zelfs niet een klein beetje gerechtvaardigd om iets tegen de guru-paramparā van Śrīla Sarasvatī Ṭhākura, de Stichter-Ācārya van de Śrī Gauḍīya Maṭha te ondernemen.
Nog meer feiten over het onderwerp van pañcarātrika-guru-paramparā en bhāgavata-paramparā die onze aandacht verdienen –
(1) De guru van een lagere rasa
Als een pañcarātrika-dīkṣā-guru in zijn siddha-svarūpa (vervolmaakte geestelijke gedaante) zich bevindt in een rasa dat lager is dan dat van zijn leerling, hoe kan hij bhajana-śikṣā geven dat betrekking heeft op een hoger rasa? In deze situatie dient de leerling elders te gaan en toevlucht te zoeken bij een Vaiṣṇava die gekwalificeerd is om de meest geschikte begeleiding te geven. Bijvoorbeeld, Śrī Hṛdaya Caitanya is een metgezel in sakhya-rasa in Kṛṣṇa-līlā terwijl zijn leerling Śrī Syāmānanda Prabhu (Duḥkhī Kṛṣṇa dāsa) een metgezel is in madhura-rasa. Daarom heeft Śrī Hṛdaya Caitanya Duḥkhī Kṛṣṇa dāsa naar Śrīla Jīva Gosvāmī gestuurd om hogere bhajana-śikṣā betreffende madhura-rasa te ontvangen.
(2) De minder gekwalificeerde guru
Het kan gebeuren dat guru en leerling in pañcarātrika-guru-paramparā in dezelfde rasa zijn, maar dat de guru niet zo hoog gekwalificeerd is als de leerling. Onder zulke omstandigheden dient de leerling zijn toevlucht te zoeken bij een uttama Vaiṣṇava voor hogere bhajana-śikṣā en deze Vaiṣṇava zal zijn guru genoemd worden in bhāgavata-paramparā.
Uit deze twee beschouwingen kunnen we zien dat het pañcarātrika proces enkele inherente tekortkomingen heeft, terwijl de bhāgavata-paramparā volledig vrij is van deze tekortkomingen en vlekkeloos is in alle opzichten.
(3) Śrīman Mahāprabhu is van niemand de pañcarātrika-guru
Alle leden van de Gauḍīya Sampradāya aanvaarden Śrī Caitanya Mahāprabhu als jagad guru en zien zichzelf als Zijn volgelingen. Maar waarop baseren ze deze overtuiging? Nergens staat er vermeld dat Śrīman Mahāprabhu dīkṣā-mantra aan iemand heeft gegeven. Dit betekent dat in pañcarātrika-paramparā Śrīman Mahāprabhu van niemand de guru is alhoewel Hijzelf een leerling is van Śrī Īṣvara Purī. Als de Gauḍīya gemeenschap de anugatya en leerlingschap van Śrī Caitanya Mahāprabhu aanvaardt kan het dus alleen maar op één basis zijn, en die basis is bhāgavata-paramparā.
(4) Alle Gauḍīya Vaiṣṇava’s zijn rupānuga op basis van bhāgavata-paramparā alleen
Elke Gauḍīya Vaiṣṇava is trots zichzelf ‘rūpānuga’ te noemen. Maar laten we dit punt in beschouwing nemen. Hoeveel leerlingen heeft Śrī Rūpa Gosvāmī via de pañcarātrika methode geïnitieerd? Het feit is dat Śīla Jīva Gosvāmī zijn eerste en enige dīkṣā leerling is, en hijzelf eigenlijk geen dīkṣā leerling van Śrī Caitanya Mahāprabhu is. Dus op welke basis aanvaarden leden van de Gauḍīya gemeenschap Śrī Rūpa Gosvāmī als hun guru? Hoe is het mogelijk een volgeling van Śrī Rūpa Gosvāmī te zijn en tegelijkertijd een volgeling van Śrī Caitanya Mahāprabhu? Zelfs Śrī Sanātana Gosvāmī die de śikṣā-guru is van Śrī Rūpa Gosvāmī heeft geen bedenkingen om zichzelf rūpānuga te noemen. De basis van al deze voorbeelden is één – bhāgavata-paramparā. Het is alleen op basis van bhāgavata-paramparā dat Śrī Rūpa Gosvāmī de leerling is van Śrī Caitanya Mahāprabhu en dat de Gauḍīya gemeenschap Śrī Rūpa Gosvāmī beschouwt als hun guru.
Wie is de pañcarātrika-dīkṣā-guru van Śrīla Kṛṣṇadāsa Kavirāja Gosvāmī? We kunnen het niet zeggen omdat hij nergens de naam van zijn pañcarātrika-dīkṣā-guru in zijn geschriften vermeld heeft, maar hij heeft zijn ṣikṣa-guru’s in Śrī Caitanya-caritāmṛta, Adi 1.37 wel vermeld:

ei chaya guru, śikṣā-guru ye āmāra
tāñ-sabāra pāda-padme koṭi namaskāra

“Deze zes guru’s (de Zes Gosvāmī’s van Vṛndāvana) zijn mijn śikṣā-guru’s en ik bied mijn ontelbare eerbetuigingen aan hun lotusvoeten.”

Aan het einde van elk hoofdstuk van Śrī Caitanya-caritāmṛta schrijft hij:

raghunātha-pade yāra āśa
caitanya caritāmṛta kahe kṛṣṅa dāsa

In deze vermeldingen heeft hij Śrī Rūpa Gosvāmī en Śrī Raghunātha dāsa Gosvāmī aanvaard als zijn voornaamste guru’s. En dus heeft hij ze ook aanvaard als guru’s op basis van bhāgavata-paramparā. Uit deze feiten wordt het duidelijk dat bhāgavata-paramparā, welke pañcarātrika-paramparā behelst, altijd schittert. Wat kunnen we dan zeggen over diegenen die deze feiten negeren, over degenen die de guru-praṇāli van Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa, Śrīla Bhaktivinoda Ṭhākura en Śrī Bhaktisiddhānta Sarasvatī Ṭhākura in een kwaad daglicht willen stellen, en over degenen die eraan twijfelen dat ze rūpānuga Vaiṣṇava’s zijn? Deze personen zijn echte tegenstanders van Śrī Caitanya Mahāprabhu en geheime agenten van Kali.
De denkbeelden die mijn meest eerbiedwaardige Śrīla Gurudeva heeft vastgelegd over de guru-pranālī van Śrī Baladeva Vidyābhūṣaṇa en ook over pañcarātrika-guru-paramparā en bhāgavata-paramparā zijn logisch en volledig in overeenstemming met de gevestigde conclusies van de geschriften (śāstra-siddhānta).

Bron: Purebhakti.com (Prabandha Pañcakam)
Vertaling: door de leerlingen van Śrīla Prabhupāda en Śrīla Bhaktivedānta Nārāyaṇa Mahārāja
Compositie: Dāmodara dāsa
Image/Art made possible by Pixabay.com

error: Content is protected !!