Śrīla Bhaktivedanta Nārāyaṇa Mahārāja: Ui en knoflook bevatten veel gif. Om deze reden werd in India voorheen geen ui en knoflook genuttigd. Men dient nimmer ui en knoflook te nuttigen. Men dient vandaag al te stoppen met het nuttigen van ui en knoflook. Kan men niet leven zonder ui en knoflook? In plaats daarvan kan men snoep, parāthas, en andere soorten voedsel nuttigen. Daarnaast kan het nuttigen van ui en knoflook leiden tot kanker. Ze bevatten ook veel soorten wormen. Ze veroorzaken ook lust in het hart van een persoon. Mensen die ui en knoflook nuttigen kunnen hun lust niet bedwingen. Zoals ik eerder heb aangegeven zijn ui en knoflook giftig. Daarom dient men deze voedingsmiddelen te vermijden, de geest zal dan zuiver zijn, en men zal in staat zijn hari-nāma te chanten.
Sañjaya dāsa: Er is een verhaal over de echtgenote van een brāhmaṇa. Ze at een stukje rundvlees, en uit een deel verscheen wortel, uit een ander een deel verscheen knoflook, uit weer een ander deel verscheen ui, en uit het bloed verschenen rode linzen. Is dit verhaal waar?
Śrīla Bhaktivedanta Nārāyaṇa Mahārāja: Het is helemaal waar; daarom dienen we deze producten niet te nuttigen. Wat Vyāsadeva heeft geschreven berust op waarheid. Vyāsadeva weet alles – het heden, het verleden en de toekomst. Hij is in staat om te zien welke eigenschappen aanwezig zijn in allerlei voedselsoorten. Bijvoorbeeld, Bhagavad-gītā beschrijft sāttvika (hoedanigheid goedheid), tāmasika (hoedanigheid onwetendheid), rājasika (hoedanigheid hartstocht) en nirguna (transcendentale) eigenschappen van verschillende personen, planten, levensmiddelen, handelingen, kennis, enzovoort.
Śrīpāda Mādhava Mahārāja: Laboratoriumonderzoek door Amerikaanse wetenschappers heeft aangetoond dat uien en knoflook eenentwintig verschillende soorten langzaam werkend gif bevatten; het is geen veilig voedsel. In Satya-yuga deden de wijzen het paarden- of koeien-offer yajña volgens de Vedische teksten ten behoeve van het welzijn van iedereen in het hele universum. [Dit werd gedaan om het effect van het reciteren van Vedische mantra’s bij het offer te bewijzen.] Een zeer oude koe of paard werd gedood en geofferd door in stukken te snijden en in het vuur te offeren. Daarna gingen de ṛṣi’s mantra’s uitspreken en hetzelfde dier kwam weer tot leven met een mooi jong lichaam.
Op een keer werd de zwangere vrouw van een wijze tijdens een gomedha offer door honger overmand. Ze had gehoord dat als ze tijdens de zwangerschap een verlangen heeft om te eten en dat niet doet, het pasgeboren kind altijd zal watertanden. Dit zou de moeder en het kind veel ongemak bezorgen.
De vrouw voelde zich hongerig en wilde een stukje van het vlees eten, en dus nam ze ongemerkt een stukje rundvlees tijdens de offering. Ze bewaarde het en was van plan om het te eten bij de eerstvolgende gelegenheid. Ondertussen had de wijze het offer beëindigd en reciteerde hij vervolgens de mantra’s om de koe weer tot leven te brengen. Toen merkte hij echter, dat er een klein lichaamsdeel ontbrak aan de linkerzijde van de koe. Hij was verbaasd omdat dit nog nooit eerder was voorgekomen. Hij ging mediteren en zag dat zijn vrouw een stuk vlees tijdens het offer had gepakt.
Er was nu leven in dit stukje vlees omdat de wijze de mantra had gereciteerd. De vrouw realiseerde nu wat er was gebeurd, en ze gooide het vlees snel weg. Kort daarna verschenen rode linzen uit het bloed van het vlees, knoflook verscheen uit de botten (knoflook en de botten van een koe zijn wit), uien en wortelen verschenen uit het vlees. Om deze redenen worden deze voedingsmiddelen nooit door Vaiṣṇava’s aanvaard. Ze zijn voedsel in de hoedanigheid onwetendheid.

Trilokanātha dāsa: Gisteren ontvingen we een e-mail van een toegewijde die wortelcake prasāda wil uitdelen. Ze vraagt zich af of we alleen de Indiase wortels niet mogen nuttigen. De Noord-Amerikaanse wortel is oranje in plaats van rood, dus ze vraagt of deze wortelen bonafide zijn.
Śrīla Bhaktivedanta Nārāyaṇa Mahārāja: Er zijn twee soorten wortelen. Eén soort is donkerrood en de andere soort is oranje. Hoewel wortelen niet bonafide zijn, heb ik aangegeven dat de Westerse toegewijden en de Delhi toegewijden de oranje soort mogen nuttigen. De rode wortel is als bloed, en deze dient ment niet te nuttigen. Ik aanvaard geen van beide.

Het paarden- of koeien-offer yajña volgens de Vedische teksten dient niet gezien te worden als een kwestie van dieren doden. Integendeel, de dieren die bij zo’n yajña werden geofferd ontvingen door de transcendentale kracht van het zingen van de Vedische hymnen een nieuw lichaam. Indien op de juiste wijze uitgesproken, hebben ze een werking die de gewone leek niet begrijpt. De Vedische-mantra’s dienen alle een praktische nut, en het bewijs is het verjongde leven van het geofferde dier.

https://www.vedabase.com/en/sb/1/12/34

Vertaling: door de leerlingen van Śrīla Prabhupāda en Śrīla Bhaktivedānta Nārāyaṇa Mahārāja
Compositie: Dāmodara dāsa

error: Content is protected !!