Śrī Rādhikāṣṭakam

Śrīla Kṛṣṇadāsa Kavirāja Gosvāmī

kuṅkumākta-kāñcanābja-garva-hāri-gaura-bhā
pītanāñcitābja-gandha-kīrti-nindi-saurabhā
ballaveśa-sūnu-sarva-vāñchitārtha-sādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (1)

Her bodily complexion snatches away the pride of a golden lotus flower tinged with kuṅkuma. Her bodily fragrance reproaches the fame of the scent of a lotus combined with saffron. She fulfills all the desires of the cowherd prince of Vraja. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Haar huidskleur breekt de trots van de gouden lotus die met kuṅkuma gekleurd is. Haar hemelse lichaamsgeur overtreft de geur van lotus en saffraan. Ze vervult alle wensen van de prins van de koeherders van Vraja. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

kauravinda-kānti-nindi-citra-paṭṭa-śāṭikā
kṛṣṇa-matta-bhṛṅga-keli-phulla-puṣpa-vāṭikā
kṛṣṇa-nitya-saṅgamārtha-padma-bandhu-
rādhikā mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (2)

Her colorful silk sārī decries the splendor of coral. She is a garden of blooming flowers for the playful pleasure of the maddened bee Śrī Kṛṣṇa. She worships the sun-god to obtain the perpetual association of Śrī Kṛṣṇa. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Haar kleurrijke zijden sārī, beschaamt de kleur van koraal. Ze is een bloeiende bloementuin voor het lieflijk spel en vermaak van die bedwelmde bij, Śrī Kṛṣṇa. Ze eert de zonnegod om eeuwig met Kṛṣṇa samen te kunnen zijn. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

saukumārya-sṛṣṭa-pallavāli-kīrti-nigrahā
candra-candanotpalendu-sevya-śīta-vigrahā
svābhimarṣa-ballavīśa-kāma-tāpa-bādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (3)

The sublime softness of Her body reprimands the fame of a cluster of delicate blossoms. Her body’s coolness is worshipful for the moon, sandalwood paste, the lotus, and camphor. Her touch dispels the heat of gopī-jana-vallbha Śrī Kṛṣṇa’s amorous desires. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Haar subliem zachte lichaam doet de roem van een tros zachte bloesems tanen. Haar verfrissend koele lichaam is eerbiedwaardig voor de maan, sandelhoutzalf, de lotusbloem en kamfer. Haar aanraking alleen al dooft de laaiende brand van het amoureuze verlangen van gopī-jana-vallabha Śrī Kṛṣṇa. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

viśva-vandya-yauvatābhivanditāpi yā ramā
rūpa-navya-yauvanādi-sampadā na yat-samā
śīla-hārda-līlayā ca sā yato ’sti nādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (4)

Though honoured by all the revered goddesses of the universe, Lakṣmīdevī compares with Śrīmatī Rādhikā neither in opulence, such as beauty and eternal youth, nor in love or pastimes. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Hoewel Lakṣmīdevī door alle godinnen van het universum wordt aanbeden, kan ze Śrīmatī Rādhikā in weelde, zoals schoonheid en eeuwige jeugd, en ook niet in liefde en spel evenaren. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

rāsa-lāsya-gīta-narma-sat-kalāli-paṇḍitā
prema-ramya-rūpa-veśa-sad-guṇāli-maṇḍitā
viśva-navya-gopa-yoṣid-ālito ’pi yādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (5)

She is expert in the beautiful arts of rāsa-līlā, such as dancing, singing, and joking. She is adorned with all divine virtues, such as supernatural prema, enchanting beauty, and wonderful attire. She is greater than all other youthful cowherd maidens. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Ze is zeer bedreven in de vele kunsten van rāsa-līlā, zoals dansen, zingen en pretmakerij. Ze is getooid met gunstige eigenschappen zoals transcendentale liefde en bedwelmende schoonheid, en ze is prachtig gekleed. Ze is de beste onder alle jonge koeherderinnen. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

nitya-navya-rūpa-keli-kṛṣṇa-bhāva-sampadā
kṛṣṇa-rāga-bandha-gopa-yauvateṣu kampadā
kṛṣṇa-rūpa-veśa-keli-lagna-sat-samādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (6)

By Her opulences of ever-fresh beauty, playfulness, and feelings for Kṛṣṇa, She causes all the young cowherd maidens, who are bound in anurāga for Śrī Kṛṣṇa, to tremble. She is immersed in perpetual trance upon Śrī Kṛṣṇa’s beauty, attire, and playful pastimes. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Met haar altijd bloeiende schoonheid, speelsheid en gevoelens voor Kṛṣṇa, bezorgt Ze extatische rillingen bij de jonge koeherderinnen die anurāga hebben voor Śrī Kṛṣṇa. Ze mediteert onophoudelijk op de gedaante, de kleding en het spel van Śrī Kṛṣṇa. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

sveda-kampa-kaṇṭakāśru-gadgadādi-sañcitā
marṣa-harṣa-vāmatādi-bhāva-bhūṣaṇāñcitā
kṛṣṇa-netra-toṣi-ratna-maṇḍanāli-dādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (7)

She is decorated with [sāttvika-bhāvas such as] perspiration, trembling, horripilation, tears, and a choked voice. She is adorned by ornaments of bhāvas, such as indignation, joy and contrariness, and She is bedecked with an array of jeweled ornaments, by which She delights the eyes of Śrī Kṛṣṇa. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

Ze vertoont de symptomen van spirituele extase [sāttvika-bhāva’s] zoals transpireren, beven, het te berge rijzen van het haar, huilen en het stokken van de stem. Ze is versierd met bhāva’s van boosheid, vreugde en liefdevol verzet, en Ze is getooid met vele sieraden, die de ogen van Śrī Kṛṣṇa voldoening schenken. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

yā kṣaṇārdha-kṛṣṇa-viprayoga-santatoditā
neka-dainya-cāpalādi-bhāva-vṛnda-moditā
yatna-labdha-kṛṣṇa-saṅga-nirgatākhilādhikā
mahyam ātma-pāda-padma-dāsya-dāstu rādhikā (8)

Upon being separated from Śrī Kṛṣṇa for even half a moment, She becomes distressed by the ever-arising feelings of lowliness and great restlessness; and She is relieved of all Her mental anguish upon meeting Kṛṣṇa as a result of the intense efforts of one of Their messengers. May that Śrīmatī Rādhikā forever bless me with service to Her lotus feet.

In het geval van zelfs maar een ogenblik gescheiden te zijn van Śrī Kṛṣṇa wordt Ze gekweld door het opkomen van verschillende emoties, zoals nederigheid en rusteloosheid; en Ze raakt verlost van alle leed nadat Ze met Kṛṣṇa herenigd is, wat bereikt wordt door de grote inzet van één van Hun boodschappers. Moge die Śrīmatī Rādhikā Haar eeuwige genade over me heen storten door me de dienst aan Haar lotusvoeten te verlenen.

aṣṭakena yas tv anena nauti kṛṣṇa-vallabhāṁ
darśane ’pi śailajādi-yoṣid-āli-durlabhām
kṛṣṇa-saṅga-nanditātma-dāsya-sīdhu-bhājanaṁ
taṁ karoti nanditāli-sañcayāśu sā janam (9)

Śrīmatī Rādhikā, whose darśana is rarely attained even by Pārvatīdevī and other goddesses, gives great pleasure to Her sakhīs. She Herself becomes elated upon meeting with Śrī Kṛṣṇa, and She is Kṛṣṇa’s dearest beloved. She quickly makes that person who prays to Her by singing this aṣṭaka a recipient for the nectar of service to Her.

Śrīmatī Rādhikā, wiens darśana zelfs door Pārvatī-devī en andere godinnen zelden ontvangen wordt, is een bron van vreugde voor Haar sakhī’s. Ze raakt opgetogen als Ze Śrī Kṛṣṇa ziet, en Ze is de grote liefde van Kṛṣṇa. Wie ter ere van Haar deze aṣṭaka reciteert bereikt zeer snel de zegenrijke dienst aan Haar.

Bron: Śrī Gauḍīya Gīti-guccha, 6e editie
Vertaling: door de leerlingen van Śrīla Prabhupāda en Śrīla Bhaktivedānta Nārāyaṇa Mahārāja
Compositie: Dāmodara dāsa

error: Content is protected !!